3. Vraag vaak

extra hulpmiddelen bij het begeleiden

28 september 2014

Vragen stellen is misschien wel het belangrijkste dat wijzelf ooit leerden op de kunstacademie. Bevraag jezelf, je werk, de omgeving, de ander. Ga nooit zomaar ergens vanuit.

Alles bevragen zorgt dat niets vanzelfsprekend is en dus dat je altijd moet luisteren, denken en heroverwegen. Alles bevragen betekent ook dat er niet per definitie één antwoord is. Vragen stellen dwingt je open te staan voor andere mensen, andere mogelijkheden en andere waarheden.

Juist bij het maken van gedichten met mensen met een verstandelijke beperking speelt het stellen van vragen een essentiële rol. Door vragen te stellen en door verder door te vragen op het eerste antwoord toon je aandacht. Wanneer je niet zomaar genoegen neemt met het eerste, het meest voor de hand liggende of het sociaal wenselijke antwoord, zend je de boodschap uit dat de spreker gehoord wordt en dat je hem serieus neemt. En precies dat vormt de basis van Het Andere Gedicht.

Je wordt altijd beloond voor doorvragen: het levert antwoorden die je misschien niet verwacht had; authenticiteit dus en originaliteit. Poëzie.

Een goede vraag zorgt voor verdieping, een korte stilte, twijfel, zoeken. Maar waaraan voldoet een goede vraag? Vaak is het verleidelijk om in je vraag alvast je eigen antwoord op te nemen. Je wilt je deelnemer(s) immers zo goed mogelijk helpen. Dus je bedoelt dat je liever chocolademelk drinkt dan koffie? De ander hoeft alleen nog maar te bevestigen of te ontkennen. Maar help je je deelnemer(s) werkelijk door vast voor ze in te vullen?

Jij bent de enige die daarop het antwoord heeft. Soms is het nodig om vast een antwoord te suggereren, zodat de ander kan reageren. Maar vaak niet. Vaak levert het net iets meer eigenheid op wanneer je de vraag echt vrij van antwoorden stelt en de stilte laat vallen. In de stilte gebeurt het namelijk, daar werken de hersenen, daar ontluikt de taal.

Even wilden wij hier stellen dat het áltijd beter is om open vragen te stellen en dat je in álle gevallen moet doorvragen, specifieker moet vragen. Bijna dus vielen we daarmee zelf in de valkuil die we net schetsten: we willen jullie graag helpen. Maar helpen we jullie werkelijk door vast het antwoord te geven en jullie regels als waarheden op te leggen? Nee. Denk zelf na. Voel zelf aan. Probeer zelf uit. Oftewel: trek ook ons in twijfel. Is het waar wat we zeggen? Soms. Maar soms vooral ook niet. De enige waarheid is te vinden in dat ene moment tussen jou en de dichter.

Tip van de maand:  hoe ga ik verder of hoe houd ik vol?

Het lijkt gemakkelijk: iemand in de vertelstroom krijgen door open vragen te stellen. Maar het werkt niet altijd. Een paar ruggensteuntjes:

Meestal werkt niet:

  • voorbedachte rade vragen
  • automatische piloot vragen
  • kritische of (al dan niet schijnbaar) veroordelende vragen
  • cocktailvragen

Meestal werkt wel:
vragen vanuit oprechte nieuwsgierigheid en interesse. Luister goed. Leef je in. Verplaats je in het verhaal en de beleving van de ander. Bevraag dan datgene wat je niet meteen begrijpt of voor je ziet. Dat kan heel simpel zijn: Hoe ziet jouw slaapkamer er eigenlijk uit? Of: Hoe hoog is je bed eigenlijk? Wanneer iemand vertelt dat hij er uit is gevallen. Maar ook ingewikkelder: waar in je lichaam voel je zenuwen?

En vraag dan in je eigen hoofd: werkt deze vraag? Komt iemand in de vertelstroom? Breng ik iemand een stapje verder met deze vraag? Het antwoord zit voor je.

© Blindschelders & Raadsman, september 2014

Dit blog is oorspronkelijk gepubliceerd op het kennisplatform van Special Arts.