Werkplaats Samen leren, Samen doen – International School Hilversum

extra hulpmiddelen bij het begeleiden

Gelijkwaardige samenwerking tussen mensen zonder en met een beperking


In het kader van Het Andere Gedicht worden ontmoetingen georganiseerd om verschillende doelgroepen met elkaar te verbinden. Onder de noemer ‘Samen leren, Samen doen’ gingen Luukje en Juliet, scholieren van International School Hilversum op bezoek bij Kim en Jaffar in grandcafé Bij Jooz! waar deelnemers van Sherpa werken. Ze leerden in twee ontmoetingen elkaar beter kennen en de derde keer volgden ze samen een poëzieworkshop.

“Deze ontmoetingen passen mooi binnen het Service as Action of CAS (Creativity, Activity, Service) programma van onze school. Leerlingen treden uit hun comfortzone en ontdekken hoe leuk het is om samen te werken met mensen met een beperking,” aldus Mieke van Zonneveld. Zij is dichter, docent Nederlands op International School Hilversum en ambassadeur van Het Andere Gedicht.

ONTMOETING 1

Omgekeerde inclusie
Luukje en Juliet: “De eerste keer waren we heel erg zenuwachtig. We wisten niks over de mensen die we zouden ontmoeten. Maar toen we binnenkwamen stond iedereen daar te wachten en wilde handen met ons schudden en zich voorstellen. Ze waren heel erg ‘welcoming’. Dat was heel fijn. Ze waren echt blij ons te zien en dat bepaalt gelijk de sfeer. Andersom zou het wel anders zijn. Als zij bij ons de school binnen zouden stappen. Mensen zouden niet vervelend doen, maar ik geloof niet dat er iemand naar voren zou stappen om zich voor te stellen.”

Overeenkomsten en verschillen
Aan de hand van vragenkaartjes komen Jaffar, Kim, Luukje en Juliet meer over elkaar te weten. Kim woont zelfstandig, Jaffar, Luukje en Juliet met ouder(s), een broertje en zussen. Ze houden allemaal van muziek. Wel allemaal van een ander genre. Jaffar houdt van dansen, maar doet dat niet meer door een blessure. Luukje houdt van voetbal, maar zij is ook geblesseerd. Kim, Juliet en Luukje houden van tekenen en schilderen. Jaffar wil absoluut niks creatiefs doen. En wat poëzie betreft: Dichten lijkt Kim wel leuk, maar ze vindt het ook spannend. Juliet omschrijft het als ‘een nieuwe ervaring’. Luukje wil het graag leren en Jaffar dicht niet, maar rapt. Luukje en Juliet: “We verbaasden ons best wel over hoeveel gemeenschappelijke dingen we hebben. Ook al is er zoveel anders; er is toch nog een hele lijst van wat hetzelfde is.”

ONTMOETING 2

Persoonlijke gesprekken
De tweede ontmoeting kan Jaffar er helaas maar kort bij zijn. Hij vertelt wat over zijn muziek en dat rappen zijn uitlaatklep is. De dames gaan aan de slag met verschillende tekenmaterialen. De sfeer is ongedwongen. Luukje: “Als je schildert is het makkelijker om gesprekken te hebben. Dan gaat het veel automatischer.” Juliet: “Je hoeft elkaar niet constant aan te kijken en ik denk dat daarom Kim ook best wel veel vertelde over zichzelf.” De gesprekken worden wat persoonlijker en ook daarin zit herkenning. Zoals wanneer Kim vertelt dat ze niet betutteld wil worden en de andere daar volmondig op reageren. Als begeleider Niels komt zeggen dat ze mogen stoppen, geeft Kim aan dat ze nog even wil doorgaan. Juliet: “Ik vond het fijn dat ze het dus echt leuk vond en niet het gevoel had dat ze er verplicht moest zitten.”

ONTMOETING 3

De Poëzieworkshop
De workshop wordt gegeven door Taalverleider Laurien van der Zwan. Het thema is: dat ene speciale liedje. Jaffar kan helaas niet meedoen. Melle en Myrthe, collega’s van Kim schuiven wel aan.

Laurien:
“De sfeer is ontspannen en na een voorstelrondje komt de vertelstroom op gang na de vraag wat ze als eerste zagen of dachten toen ze die ochtend de voordeur uit kwamen. De ‘regen’ kwam bij de meesten naar voren. Daarna introductie van het thema muziek, en de overeenkomsten daarvan met poëzie. Het is een onderwerp waar iedereen wat over te zeggen heeft. Ritme, teksten en klank worden al snel genoemd. Ik lees alsof het een gedicht is een stukje songtekst voor uit ‘Sterrenstof’, van De Jeugd van Tegenwoordig en we proberen te achterhalen wat de betekenis zou kunnen zijn. Dat degene van het liedje smoorverliefd is, wordt al snel duidelijk. Ik speel het liedje op mijn IPad en iedereen blijkt het te kennen. Melle kent zelfs de tekst uit zijn hoofd. We praten nog wat over muzieksmaken, wat iedereen mooi vindt. Hardrock, K3, Charles Aznavour.

De beginvraag is om een lijstje te maken met muziek, liedjes die een mooie herinnering oproepen. Iedereen lekker aan de slag, we lezen de lijstjes voor. Iedereen mag één liedje uitkiezen om verder over te schrijven. Ik help Melle met schrijven, want dat kan hij niet zelf. Nadat iedereen een poosje zelfstandig heeft geschreven laat ik ze in tweetallen verder werken: Juliet met Kim en Luukje met Myrthe. Ze lezen de verhalen aan elkaar voor en krijgen de opdracht elkaar te helpen met tips om de tekst eventueel nog beter te maken. De verhalen worden ook nog aan de groep voorgelezen en dan volgt het ‘indikken’.

Ik vraag om de zinnen korter te maken, eventueel regels af te breken en de volgorde te veranderen. Altijd moeilijk, maar leuk om te proberen om er meer een gedicht van te maken. Dezelfde tweetallen werken met elkaar, zodat de scholieren ook wat kunnen helpen. Melle gaat aan de slag om zijn tekst alvast over te schrijven op de kaart. Zijn tekst was meteen al een gedicht vonden we met zijn allen.


Publiekmaken van de gedichten
We lezen staand de gedichten aan elkaar voor. Myrthe heeft over haar overleden opa geschreven naar aanleiding van ‘Formidable’ van Charles Aznavour. Melle schreef over Iris, zijn liefde, naar aanleiding van een liedje van K3. Kim over haar liefde naar aanleiding van André Hazes. En Juliet over rennen op de heide in haar oude huis naar aanleiding van New Romantics van Taylor Swift. Luukje over toen ze nog heel jong was en naar These Boots are Made for Walking van Nancy Sinatra luisterde.

Voor de ‘publicatie’ heb ik halve A4tjes van stevig papier meegenomen met daarop een klein kadertje, om kaarten van de gedichten te maken. Het gedicht wordt overgeschreven en met de meegenomen stiften kan er een tekeningetje gemaakt worden. We leggen de kaarten bij elkaar en omdat we de gedichten al aan elkaar voorgedragen hebben, laat ik iedereen wat vertellen over de tekeningen die zijn gemaakt.
Iedereen heeft fijn mee kunnen doen en er werd prettig en geconcentreerd gewerkt. Ik spreek nog na met begeleidster Isabella en ze was erg enthousiast. En verrast door het resultaat.

Wij willen jullie enorm bedanken voor al jullie inzet en het regelen van dit mooie project. In maar drie afspraakjes hebben we nieuwe mensen ontmoet en met hen samengewerkt om gedichten te produceren, wat wij allebei heel erg gaaf vinden. Wij hebben er veel van geleerd en vonden het heel bijzonder om we mee te kunnen doen. Juliet en Luukje.

DO’S en DON’TS

  • Zorg voor minimaal vier deelnemers vanuit dagbesteding en twee tot vier middelbare scholieren.
  • Zorg dat scholieren weten wat er wordt verwacht, welke mate van zelfstandigheid en verslaglegging. Ze zijn tenslotte nog aan het leren/ontdekken.
  • Plan 3 achtereenvolgende ontmoetingen in. Kijk goed naar beider agenda’s: is er op die data genoeg begeleiding op de dagbestedingsgroep, kan het voor de scholieren onder lestijd, zijn er geen onverwachte schoolactiviteiten?
  • Hou de ontmoetingen zelf nog zo open mogelijk. Dat is het leuke van het proces.
  • Spreek eventueel uit wat er echt niet mogelijk is. Dit scheelt veel tijd.
  • Stuur een voorstel mail waarin je iets over jezelf vertelt, als het kan met foto’s. De scholieren sturen deze naar de dagbestedingsdeelnemers en omgekeerd. Een leuke eerste kennismaking!
  • Doe bij de eerste ontmoeting een kennismakingsspel of ga in gesprek aan de hand van vragenkaartjes. Het doel is dat iedereen op een leuke manier getriggerd wordt iets te vertellen.
  • Wanneer het voor beide partijen tot de mogelijkheden behoort, is een tegenbezoek waarbij de deelnemers van dagbesteding de scholieren op hun school bezoeken, heel leuk.
  • Heb plezier!

Dit programma is geschikt voor leerlingen vanaf het derde leerjaar. Afhankelijk van het leerjaar van de scholieren:

  • Maak gebruik van een facilitator die in de activiteiten en gesprekken kan ondersteunen en waar nodig sturen, maar zoveel mogelijk laat gebeuren.
  • Begeleid de leerlingen door voorafgaand en na afloop van iedere sessie kort te bespreken wat er is gedaan en wat het vervolg moet zijn.

De Werkplaats met de International School Hilversum krijgt een vervolg met nieuwe studenten.